Oorspronkelijke tekst (Engels): Sidecar, 1 maart 2022
door Wolfgang Streeck
Wolfgang Streeck is een Duitse socioloog, gespecialiseerd in economische sociologie. Hij is directeur emeritus van het Max Planck Instituut voor Sociale Wetenschappen in Keulen. Sinds ca. 2013 doet hij ook opgeld als publieksintellectueel, met een boek en een serie artikelen over de gevolgen van de kredietcrisis, de eurocrisis en het fundamentele conflict tussen kapitalisme en democratie.
Om te kunnen verklaren waarom het Europese staatsbestel is afgegleden naar de barbarij van de oorlog – voor het eerst sinds het NAVO-bombardement op Belgrado in 1999 – is meer nodig dan lekenpsychologie. Wat heeft Rusland en ʻhet Westenʼ ertoe gebracht een meedogenloze worsteling aan te gaan op de rand van de afgrond, waardoor beide partijen uiteindelijk van de klif dreigen te vallen? Nu we deze monsterlijke weken meemaken, begrijpen we beter dan ooit wat Gramsci bedoeld moet hebben met een ʻinterregnumʼ: een situatie ʻwaarin het oude sterft en het nieuwe niet geboren kan worden,ʼ een situatie waarin ʻeen grote verscheidenheid aan morbide symptomen verschijnt,ʼ zoals machtige landen die hun toekomst uit handen geven aan de onzekerheden van een slagveld dat in de mist van de oorlog is gehuld.
Niemand weet op het moment van schrijven hoe de oorlog in Oekraïne zal eindigen, en hoeveel bloedvergieten er nog zal plaatsvinden. Waar we op dit moment over kunnen trachten te speculeren is wat de redenen kunnen zijn geweest – en menselijke actoren hebben zo hun redenen, hoe vreemd die voor anderen ook mogen lijken – voor de compromisloze va-banquepolitiek van zowel de VS als Rusland. Wat een tafereel: een escalerende confrontatie, snel slinkende mogelijkheden voor beide partijen om het gezicht te redden zonder totale overwinning, eindigend met de moorddadige aanval van Rusland op een buurland waarmee het ooit een gemeenschappelijke staat deelde.
Hier zien we opmerkelijke parallellen, naast voor de hand liggende asymmetrieën, aangezien zowel Rusland als de Verenigde Staten al langere tijd geconfronteerd worden met het sluipende verval van zowel hun interne sociale orde als hun internationale positie, waardoor zij blijkbaar het gevoel hebben dat zij deze ontwikkeling nú moeten stoppen, omdat zij anders altijd zal blijven doorgaan. In het geval van Rusland is er sprake van een zowel statisch als oligarchisch regime, dat geconfronteerd wordt met groeiende onrust onder zijn burgers, rijk is aan olie en corruptie, en niet in staat is het leven van gewone mensen te verbeteren, terwijl de oligarchen onmetelijk rijk worden; een regime dat steeds meer overgaat tot het gebruik van zware dictatoriale maatregelen tegen iedere vorm van georganiseerd protest. Om comfortabeler te kunnen zitten dan op bajonetten, is stabiliteit nodig, voortkomend uit economische welvaart en sociale vooruitgang, die op hun beurt afhankelijk zijn van de wereldwijde vraag naar de grondstoffen, zoals olie en gas, die Rusland te verkopen heeft. Daartoe heeft het echter toegang nodig tot de financiële markten en geavanceerde technologie, die de VS het land al enige tijd aan het ontzeggen zijn.
Hetzelfde geldt voor de externe veiligheid. De VS en de NAVO dringen nu al bijna twee decennia lang politiek en militair binnen in een regio die Rusland, dat maar al te vertrouwd is met buitenlandse invallen, als zijn cordon sanitaire beschouwt. De pogingen van Moskou om hierover te onderhandelen hebben ertoe geleid dat het post-sovjet-Rusland door Washington op dezelfde manier wordt behandeld als zijn voorganger, de Sovjet-Unie, met als uiteindelijk doel een verandering van regime. Alle pogingen om een einde te maken aan deze opdringerigheid hebben tot niets geleid; de NAVO is steeds dichterbij gekomen en heeft onlangs middellange-afstandsraketten geplaatst in Polen en Roemenië, terwijl de Verenigde Staten Oekraïne steeds meer zijn gaan behandelen als grondgebied waarvan zij de eigenaar zijn – zie de uitspraken van de Amerikaanse onderminister Victoria Nuland uit 2014 over wie de regering in Kiev zou moeten leiden.
Op een bepaald moment is het Russische regime blijkbaar tot de conclusie gekomen dat deze sluipende erosie, zowel in binnen- als buitenland, onverminderd zou doorgaan tenzij er drastische maatregelen genomen zouden worden om het rotten te stoppen. Wat volgde was de militaire opbouw rond Oekraïne vanaf de lente van 2021, vergezeld van de eis over een formele toezegging van Washington om voortaan de Russische veiligheidsbelangen te respecteren – zoekend naar een open conflict in plaats van een verborgen conflict, misschien in de hoop de geest van Russisch patriottisme te mobiliseren die ooit de Duitsers had verslagen.
Aan Amerikaanse zijde is er de wrok die teruggaat tot het begin van deze eeuw, nadat Boris Jeltsin, Amerikaʼs caretaker na de val van de Sovjet-Unie, de zaak had overgedragen aan Vladimir Poetin, in het kielzog van de economische en sociale ramp die was veroorzaakt door de door de Amerikanen voorgeschreven ʻshocktherapie.ʼ Poetins aanvankelijke streven om lid te worden van de NAVO onder auspiciën van de Nieuwe Wereldorde werd afgewezen, ondanks al zijn inspanningen om Washington te helpen bij zijn invasie in Afghanistan. De Russische bezwaren tegen de uitbreiding van de NAVO in 2004 – die nu de noordwestelijke grens van Rusland bedreigt – werden beantwoord met de verklaring van Bush en Blair over het ʻopendeurbeleidʼ voor Georgië en Oekraïne tijdens de top van Boekarest in 2008.
Het Amerikaanse politieke establishment, geleid door de vleugel van de Democratische Partij van Hillary Clinton, begon Rusland te behandelen als een schurkenstaat, net als dat andere land dat zich aan de Amerikaanse controle ontworsteld had – Iran. Waar in het verleden onder ieder Amerikaans bed een communist had gelegen, was nu de ongewenste gast een Rus – een onderscheid dat veel Amerikanen nooit echt hebben leren maken. Zelfs de verkiezing van Trump in 2016 werd door de verliezende partij toegeschreven aan heimelijke Russische machinaties, waardoor de aanvankelijke pogingen van Trump om tot een soort schikking met Rusland te komen politiek om zeep werden geholpen. (Herinner je je zijn onschuldige vraag nog waarom de NAVO nog steeds bestond, drie decennia na het einde van het communisme?) Tegen het einde van zijn ambtstermijn was hij, om het weer goed te maken met de Amerikaanse deep state en de kiezers, teruggekeerd naar de beproefde anti-Russische houding.
Voor Trumps opvolger Biden, net als voor Obama en Clinton, bood Rusland zich aan als een aantrekkelijke aartsvijand, zowel in eigen land als internationaal: economisch klein, maar makkelijk als groot af te schilderen vanwege zijn kernwapens. Na het mediadebacle van Bidens terugtrekking uit Afghanistan leek het tonen van kracht tegenover Rusland een veilige manier om de Amerikaanse macht ten toon te spreiden, en de Republikeinen in de aanloop naar cruciale tussentijdse verkiezingen te dwingen zich achter Biden te scharen, als de leider van een herrezen ʻVrije Wereld.ʼ Washington wendde zich vervolgens tot megafoondiplomatie en weigerde categorisch te onderhandelen over de uitbreiding van de NAVO. Voor Poetin, nu hij al zo ver was gegaan, bleef een grimmige keuze over tussen escalatie en capitulatie. Op dat moment veranderde de methode in waanzin, en begon de moorddadige, strategisch rampzalige Russische invasie van Oekraïne over land.
Voor de VS was het weigeren van de Russische eisen inzake veiligheidsgaranties een handige manier om de onvoorwaardelijke trouw van de Europese landen aan de NAVO te versterken, een bondgenootschap dat de laatste jaren wankel was geworden. Dit betrof vooral Frankrijk, waarvan de president de NAVO nog niet zo lang geleden als ʻhersendoodʼ had bestempeld, maar ook Duitsland met zijn nieuwe regering, waarvan de leidende partij – de SPD – als te Russisch-vriendelijk werd beschouwd. Er waren ook nog onvoltooide zaken met betrekking tot een gaspijpleiding, Nord Stream 2. Merkel had, samen met haar voorganger Gerhard Schröder, Rusland uitgenodigd deze aan te leggen, in de hoop het gat in de Duitse energievoorziening te kunnen dichten dat naar verwachting zou ontstaan door het opraken van kolen en kernenergie als gevolg van de Duitse Sonderweg. De VS verzetten zich tegen het project, evenals velen in Europa, waaronder de Duitse Groenen. Een van de redenen was de vrees dat de pijpleiding West-Europa afhankelijker zou maken van Rusland, en dat het voor Oekraïne en Polen onmogelijk zou worden om de Russische gasleveranties te onderbreken als Moskou zich zou misdragen.
De confrontatie over Oekraïne loste dit probleem in een mum van tijd op, door de Europese trouw aan het Amerikaanse leiderschap te herstellen. In navolging van gedeclassificeerde CIA-documenten presenteerde de zogenaamde ʻkwaliteitspersʼ van West-Europa, om maar te zwijgen van de publieke omroepsystemen, de snel verslechterende situatie als een manicheïsche strijd tussen goed en kwaad – de VS onder Biden versus Rusland onder Poetin. In Merkels laatste weken wist de regering-Biden de Amerikaanse Senaat ertoe over te halen af te zien van strenge sancties tegen Duitsland en de exploitanten van Nord Stream 2, in ruil voor de belofte van Duitsland de pijpleiding op te zullen nemen in een mogelijk toekomstig sanctiepakket. Na de Russische erkenning van de twee afgescheiden provincies in het oosten van Oekraïne stelde Berlijn de regelgevende certificering van de pijpleiding formeel uit – wat echter niet genoeg was. Met de nieuwe Duitse bondskanselier naast zich op een persconferentie in Washington, kondigde Biden aan dat de pijpleiding indien nodig zeker in de sancties zou worden opgenomen, waarbij Scholz er het zwijgen toe deed. Enkele dagen later schaarde Biden zich achter het plan van de Senaat waartegen hij zich eerder had verzet. Vervolgens zette de Russische invasie op 24 februari Berlijn ertoe aan op eigen houtje te doen wat anders door Washington namens Duitsland en het Westen zou zijn gedaan: de pijpleiding voor eens en voor altijd terzijde schuiven.
Zo was de eenheid van het Westen terug, begeleid door het jubelende applaus van de plaatselijke analisten, dankbaar voor de terugkeer van de transatlantische zekerheden van de Koude Oorlog. Het vooruitzicht om de strijd aan te gaan in een alliantie met het formidabelste leger uit de wereldgeschiedenis vaagde onmiddellijk de herinneringen weg aan enkele maanden daarvoor, toen de VS zonder enige waarschuwing niet alleen Afghanistan in de steek lieten, maar ook de hulptroepen die door de NAVO-bondgenoten ter beschikking waren gesteld ter ondersteuning van die ooit zo geliefde Amerikaanse activiteit, ʻnation-building.ʼ Het deed er ook niet toe dat Biden zich het grootste deel van de reserves van de Afghaanse centrale bank, ten bedrage van 7,5 miljard dollar, heeft toegeëigend om uit te delen aan de slachtoffers van 9/11 (en hun advocaten), terwijl Afghanistan een nationale hongersnood lijdt. Vergeten is ook het puin dat achterbleef na de recente Amerikaanse interventies in Somalië, Irak, Syrië en Libië – de totale vernietiging, gevolgd door het overhaast aan hun lot overlaten van hele landen en regioʼs.
Nu is het weer ‘het Westen’ – Midden-Aarde dat vecht tegen het Land van Mordor, om een dapper klein land te verdedigen dat alleen maar ‘zoals wij wil zijn’ en voor dat doel niet méér verlangt dan door de open deuren van de NAVO en de EU naar binnen te mogen lopen. De West-Europese regeringen onderdrukten plichtsgetrouw alle resterende herinneringen aan de diepgewortelde roekeloosheid van het Amerikaanse buitenlands beleid, teweeggebracht door de enorme omvang van de Verenigde Staten en hun ligging op een eiland ter grootte van een continent waar niemand bij kan komen, ongeacht de puinhoop die ze achterlaten als hun militaire avonturen mislopen – en gaven verbazingwekkend genoeg de Verenigde Staten, een ver weg gelegen niet-Europees imperium in verval, met andere belangen en een heleboel eigen problemen, volledige vrijheid van handelen in de omgang met Rusland over niets minder dan de toekomst van het Europese staatsbestel.
Hoe zit het met de EU? In het kort: nu West-Europa is teruggekeerd in de boezem van ʻhet Westen,ʼ is de EU gereduceerd tot een geo-economisch nutsbedrijf van de NAVO, alias de Verenigde Staten. De gebeurtenissen rond Oekraïne maken duidelijker dan ooit dat de EU voor de VS in wezen een bron is van economische en politieke regulering van staten die nodig zijn om ʻhet Westenʼ te helpen Rusland op zijn westflank te omsingelen. Het aan de macht houden van pro-Amerikaanse regeringen in de voormalige Sovjet-satellietstaten, wat een dure aangelegenheid kan zijn, zorgt voor een aantrekkelijke lastenverdeling waarbij ʻEuropaʼ betaalt voor het brood, terwijl de VS de vuurkracht leveren – of de verbeelding daarvan. Dit maakt de EU in feite tot een economisch hulpje van de NAVO. Intussen vertrouwen de Oost-Europese regeringen hun defensie liever aan Washington toe dan aan Parijs en Berlijn, gezien de bewezen trigger happiness van Washington en de veilige, verre thuisbasis van de VS. In ruil voor de Amerikaanse bescherming via de NAVO, en het beschermheerschap van Washington in hun relatie met de EU, herbergen landen als Polen en Roemenië Amerikaanse raketten die Europa zogenaamd tegen Iran moeten verdedigen, terwijl ze op hun weg helaas ook over Rusland moeten vliegen.
De implicatie voor Von der Leyen en haar club is een bevestiging van hun ondergeschikte status. De uitbreiding van de EU met Oekraïne en de westelijke Balkan, en zelfs met Georgië en Armenië, wordt door de VS beschouwd als iets waar Washington uiteindelijk over moet beslissen. Met name Frankrijk kan nog steeds bezwaar maken tegen verdere uitbreiding, maar hoe lang het dat nog kan volhouden, vooral als Duitsland de rekening moet betalen, laat zich raden. (Hoewel de formele EU-toetredingsprocedures voor Oekraïne nog niet zijn gestart, heeft Von der Leyen al aangekondigd: ʻWe willen ze erbij hebbenʼ). Bovendien zal Polen, dat strikt anti-Russisch en pro-NAVO is, nu moeilijk gestraft kunnen worden met kortingen op de economische steun van de EU voor wat het Europees Hof ziet als tekortkomingen van zijn ʻrechtsstaat.ʼ Hetzelfde geldt voor Hongarije, waarvan de eigenzinnige leider Orbán steeds meer anti-Russisch is geworden. Met de terugkeer van de Amerikanen is de macht om EU-lidstaten te disciplineren overgegaan van Brussel naar Washington D.C.
Eén ding dat de EU-Europeanen, vooral die van de groene soort, momenteel leren is: als je je door de VS laat beschermen, is geopolitiek belangrijker dan alle andere politiek, en die geopolitiek wordt uitsluitend door Washington bepaald. Dit is hoe een imperium werkt. Oekraïne, een huis dat verdeeld is onder een verbazingwekkende verzameling oligarchen, zal binnenkort ruimere financiële steun van ʻEuropaʼ mogen ontvangen. Dit zal echter niet meer zijn dan een fractie van wat de Oekraïense oligarchen regelmatig storten op hun Zwitserse of Britse of, naar men aanneemt, Amerikaanse bankrekeningen. Er zijn aanwijzingen dat Polen en zelfs Hongarije in vergelijking met Oekraïne brandschoon zijn (wie kan het salaris vergeten dat Hunter Biden genoot als directeur van een Oekraïens gasbedrijf, waarvan de hoofdeigenaar destijds een onderzoek naar witwaspraktijken boven het hoofd hing?)
Wat een raadsel blijft – maar uiteraard niet het enige in deze context – is waarom de Verenigde Staten en hun bondgenoten over het geheel genomen zo graag de mogelijkheid buiten beschouwing hebben gelaten dat Rusland op de voortdurende druk tot regimeverandering, in de vorm van de ʻwesterseʼ weigering om een veiligheidszone te accepteren, zou reageren door de alliantie met China te verdiepen. Het is waar dat Rusland historisch gezien altijd deel heeft willen uitmaken van Europa, en dat zoiets als een ʻAzië-fobieʼ diep verankerd is in de nationale identiteit. Moskou is voor de Russen het Derde Rome, niet het Tweede Beijing. Nog in 1969 botsten Rusland en China, toen beide nog communistisch, over hun wederzijdse grens aan de rivier de Oessoeri. Nu Rusland voor onbepaalde tijd van het Westen is afgesneden, kan China, dat een tekort aan grondstoffen heeft, Rusland van zijn eigen moderne technologie voorzien. En nu de NAVO het Euraziatische continent verdeelt in ʻEuropa,ʼ met inbegrip van Oekraïne, en Rusland, als een niet-Europese vijand van Europa, kan het Russische nationalisme zich, tegen zijn historische geneigdheid in, gedwongen voelen een bondgenootschap aan te gaan met China, zoals werd aangekondigd door die vreemde foto van Xi en Poetin, zij aan zij bij de opening van de Olympische Winterspelen van Beijing.
Zou een alliantie tussen China en Rusland een onbedoeld resultaat zijn van de Amerikaanse incompetentie, of juist een beoogd resultaat van de Amerikaanse mondiale strategie? Als Moskou met Beijing in zee zou gaan, zou er geen uitzicht meer zijn op een Russisch-Europese regeling à la Française. West-Europa zou, in welke politieke vorm dan ook, meer dan ooit fungeren als de transatlantische vleugel van de Verenigde Staten, in een nieuwe koude of misschien zelfs hete oorlog tussen de twee mondiale machtsblokken, waarvan het ene afkalft en hoopt het tij te keren, en het andere hoopt langzaam op te kunnen krabbelen.
Alleen een Europa dat in vrede leeft met Rusland, en dat de Russische veiligheidsbehoeften respecteert, mag hopen zich te kunnen bevrijden uit de Amerikaanse omarming, die tijdens de Oekraïense crisis zo doeltreffend is vernieuwd. Dit is, naar men aanneemt, de reden waarom Macron er zo lang op heeft gehamerd dat Rusland deel uitmaakt van Europa, en dat ʻEuropa,ʼ uiteraard vertegenwoordigd door hemzelf en Frankrijk, moet zorgen voor vrede op zijn oostflank. De inval van Rusland in Oekraïne heeft voor lange tijd, zo niet voorgoed, een einde gemaakt aan dit project. Maar het was van het begin af aan al nooit veelbelovend, gezien Duitslands vermeende afhankelijkheid van de Amerikaanse nucleaire bescherming, in combinatie met de Duitse twijfels over de al te fantasievolle Franse mondiale ambities, geherdefinieerd als Europese ambities die moeten worden gefinancierd door de Duitse economische macht. En Rusland heeft zich misschien wel met enig recht afgevraagd of Frankrijk onder deze omstandigheden in staat zou zijn de VS uit de Europese bestuurdersstoel te verdringen.
Dus de winnaar is… de Verenigde Staten? Hoe langer de oorlog zich voortsleept door het succesvolle verzet van de Oekraïense burgers en hun leger, des te meer zal het gaan opvallen dat de leider van ʻhet Westen,ʼ die namens ʻEuropaʼ sprak in de aanloop naar de oorlog, niet militair ingrijpt ten behoeve van Oekraïne. De VS hebben zichzelf een speciaal verlof gegeven, zoals Biden van het begin af aan duidelijk heeft gemaakt. Als je naar de staat van dienst van de VS kijkt, is dat niets nieuws: als hun missie onbeheersbaar wordt, trekken ze zich terug op hun verre eiland. Maar terwijl de Duitsers toekijken en zich afvragen waar de VS is, kunnen zij ook enige twijfel gaan voelen over de Amerikaanse toezegging om hun nucleair te komen redden. Die toezegging ligt immers ten grondslag aan het Duitse lidmaatschap van de NAVO, de Duitse toetreding tot het non-proliferatieverdrag, en de huisvesting van zoʼn dertigduizend Amerikaanse troepen op Duits grondgebied.
In deze context lijkt het speciale budget van honderd miljard euro, dat een paar dagen na het uitbreken van de oorlog door de regering-Scholz werd aangekondigd en bestemd is voor het nakomen van de belofte uit 2001 om twee procent van het Duitse bbp aan bewapening te besteden, op een ritueel offer om een boze God gunstig te stemmen, waarvan men vreest dat hij zijn niet zo trouwe gelovigen in de steek zal laten. Niemand denkt dat als Duitsland daadwerkelijk had voldaan aan de NAVO-eis van twee procent, Rusland zou zijn afgeschrikt om Oekraïne binnen te vallen, of dat Duitsland dan in staat en bereid zou zijn geweest om Oekraïne te hulp te schieten. In ieder geval zal het jaren duren voordat de nieuwe hardware, uiteraard de nieuwste die wordt aangeboden, ter beschikking van de troepen zal worden gesteld. Het zal ook materieel zijn van precies het soort dat de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk nu al in overvloed hebben.
Bovendien staat het gehele Duitse leger onder bevel van de NAVO, oftewel van het Pentagon, zodat de nieuwe wapens de vuurkracht van de NAVO, en niet die van Duitsland, zullen vergroten. Technologisch zullen ze worden ontworpen voor inzet over de hele wereld, voor ʻmissiesʼ zoals die in Afghanistan – of, hoogstwaarschijnlijk, in de omgeving van China, om de VS bij te staan in de komende confrontatie in de Zuid-Chinese Zee. In de Bondsdag is er geen enkel debat geweest over de vraag welke nieuwe ʻcapaciteitenʼ precies nodig zouden zijn, of waarvoor ze moeten worden gebruikt. Net als in het verleden, onder Merkel, werd het aan ʻde bondgenotenʼ overgelaten om dit te bepalen. Een voorbeeld zou het door de Fransen geliefde Future Combat Air System (FCAS) kunnen zijn, dat jachtbommenwerpers, drones en satellieten combineert voor wereldwijde operaties. Er is weinig hoop dat er in Duitsland ooit een strategisch debat zal plaatsvinden over wat het betekent om je eigen grondgebied te verdedigen in plaats van het grondgebied van anderen aan te vallen. Kan de Oekraïense ervaring helpen deze discussie op gang te brengen? Dat is onwaarschijnlijk.
Vertaling: Menno Grootveld
2 reacties op “De mist van de oorlog”
Beste Menno,
Mooi dat je dit voortreffelijke stuk vertaald hebt!
En, als altijd, in voortreffelijk Nederlands.
Dank, eindelijk weer een realistisch stuk, een dat niet de weg kwijt raakt in onvoltooid doordenken. Eindelijk ook een tegenwicht tegen de Westerse propaganda van de Westerse media om ons te beschermen. vreselijk die censuur.